Een grensverleggende reis door de blauwe lucht – Flying Forward

Home Detail pagina

Een grensverleggende reis door de blauwe lucht – Flying Forward

Voor veel mensen roept het concept van stedelijke luchtmobiliteit een idee op dat rechtstreeks uit tekenfilms of sciencefictionfilms over een verre toekomst komt. Toch zijn drones er al een tijdje, ze maken prachtige video’s, leveren goederen, en creëren soms privacy- en veiligheidsproblemen. De huidige Nederlandse en Europese wetgevingen staan niet toe dat drones autonoom vliegen of boven overbevolkte gebieden vliegen. Maar hoe kan goede regelgeving worden ontwikkeld als we niet weten wat voor voordelen en uitdagingen drones onze samenleving kunnen bieden? Hier is Flying Forward om die vragen te helpen beantwoorden. Het project voorspelt tests met autonoom vliegende drones op de High Tech Campus om passende wetgeving voor de UAM te bevorderen. In dit interview praten we met Jonas Onland en Paul van Son over de doelstellingen en uitdagingen van deze onderneming. Spoiler alert: dat futuristische scenario ligt veel meer om de hoek dan we dachten.

Jonas Onland, een van de allereerste 5G Hub-supporters, is Managing Partner bij Serendipity en een van de bedenkers van Flying Forward. Hij omschrijft het project als “een onderzoeks- en innovatieoproep van de Europese Commissie, omdat zij zien dat stedelijke luchtmobiliteit over een jaar of tien de toekomst van mobiliteit zal zijn.” Samen met Jonas in deze onderneming is Paul van Son, Innovatiemanager bij de High Tech Campus Eindhoven en de Initiatiefnemer van het AI Innovation Center. Hij trad eind 2019 in dienst bij Flying Forward toen de langetermijnstrategie van de Campus richting 2030 opnieuw werd vastgesteld. Hij legt uit dat een van de ambities van de High Tech Campus is om een beetje een levend lab te zijn, gebruikmakend van haar assets om ontdekkingen en vooruitgang mogelijk te maken.

Jonas Onland

Jonas wist dat de Europese Commissie druk bezig was met beleid voor de UAM van de toekomst, met name in steden. Daarom heeft hij een voorstel uitgewerkt en een project opgezet om te onderzoeken welke maatschappelijke dilemma’s drones kunnen helpen oplossen op basis van in principe drie aspecten: de duurzame stad, de veerkrachtige stad en de stad van mensen. Hij haalt het gerenommeerde boek Blue Ocean Strategy aan, waarin de tweedeling van een rode oceaan (waar haaien elkaar opeten omdat er veel concurrentie is) en een blauwe oceaan (waar de kansen liggen) wordt besproken. In een slimme woordspeling zegt Jonas: “We gaan naar de blauwe lucht, letterlijk,” om te illustreren hoe ze op zoek zijn naar een innovatief perspectief, het verkennen van nieuwe mogelijkheden als het gaat om stedelijke mobiliteit. Hij spreekt zijn verbazing uit over het aantal voertuigen en wegen dat we hebben. “Maar als je kijkt vanuit het perspectief van stedelijke luchtmobiliteit,” zegt hij, “zijn er zo’n vijf of zes rijstroken die we kunnen gaan gebruiken met vliegende auto’s of vracht. Veel mobiliteitsbewegingen zullen de komende tien jaar veranderen van letterlijk de weg naar de lucht. En dat is een enorme business die eraan zit te komen.”

Paul, die nog een andere invalshoek in het gesprek inbrengt, merkt op dat in stedelijke gebieden verschillende technologieën hun intrede doen in het leven van de mensen. Maar, “hoe kun je ervoor zorgen dat de ruimtes mensgericht blijven terwijl al deze technologie arriveert?” vraagt hij. Het voorstel van Flying Forward voorziet in het testen van daadwerkelijke use cases met autonome drones. Aangezien een campus, zoals HTC, een microstad of een microsamenleving is, is hun doel om “tests uit te voeren met de drones, daarvan te leren, en die kennis naar regionale en nationale overheden te brengen om beleid te ontwikkelen op basis van de lessen van het project,” legt Paul uit. Die tests omvatten onder meer voedselbezorging, bewaking van onroerend goed en luchtkwaliteit en bewaking. Als voorbeeld noemt hij de ambulance-drone demo: “Als iemand bijvoorbeeld een hartaanval heeft, zorgt deze use case voor een enorm snellere reactie door de defibrillatie-eenheid naar de patiënt te brengen. Je kunt de tijd tussen het incident en de reanimatie aanzienlijk verkorten; dat kan je leven redden”, zegt hij, en voegt eraan toe: “Dat is een van de redenen waarom we 5G en zijn ultralage latency nodig hebben.”

Paul van Son

Bedrijven als Ericsson, Microsoft, Serendipity, en verschillende KMO’s werden aan het begin van het project gecontacteerd om er een consortium rond te vormen. Jonas wijst op Verses, een techbedrijf op de High Tech Campus, dat het ruimtelijke web heeft ontwikkeld als besturingssysteem voor stedelijke luchtmobiliteit. In een metafoor: “de wereld is niet plat meer,” zegt Jonas, “hij is 3D geworden.” Verses bouwde het ruimtelijk protocol waarin de drones zullen opereren, en stapte over van HTTP (internet) naar HSTP, het nieuwe internet, in feite.

Flying Forward voorziet zeer concrete gebruiksscenario’s, zoals het autonoom scannen van de kwaliteit van gebouwen en daken en het werken aan hun preventief onderhoud. Het zal ook mogelijk zijn om energie-, water- of warmtelekken te monitoren en te detecteren, en bewakers kunnen een automatisch signaal krijgen om een vergeten open raam te sluiten. De eerste tests zullen naar verwachting tussen december 2021 en januari 2022 plaatsvinden.

Wetgeving

“Er is nogal wat wetgeving te overwinnen,” wijst Paul erop. Als het op regelgeving aankomt, zit Flying Forward bijna onder de kip of het ei paradox. Op dit moment mogen drones in Nederland nog niet volledig autonoom vliegen. Maar om hun onderzoek op te zetten en kennis op te bouwen om de wetgeving te helpen maken, moeten ze vliegen. Uiteindelijk is het een kwestie van een directe dialoog met de overheid aangaan: “Je moet stap voor stap rechtstreeks naar de overheid gaan en tot een overeenkomst komen met een exploitant die kan ingrijpen en je kan helpen je project te ontwikkelen. Eigenlijk willen de autoriteiten deze tests in een reële situatie zien gebeuren, omdat ze ervan kunnen leren en wetgeving kunnen maken op basis van de lessen uit het veld”, zegt Paul.

Volgens hem zijn er grote organisaties die belangstelling hebben voor en betrokken zijn bij de ontwikkeling van deze verordeningen. Zij helpen de Europese Commissie over deze zaken te adviseren. Er moet ook rekening worden gehouden met de verschillende Nederlandse overheidsniveaus, want naast het continentale comité zijn er nationale en lokale autoriteiten. Er is bestaande wetgeving voor UAM en er komt nieuwe wetgeving op Europees niveau. Het project moet zich dus aanpassen aan het wetsontwerp dat wordt ontworpen. Het is echter nog onbekend hoe dit eruit zal zien, waardoor de planning een uitdagende taak wordt. De oplossing? Creativiteit: “We vinden een manier om een beetje creatief te zijn, binnen de grenzen van de wet, natuurlijk. Maar we moeten creatief zijn en samenwerken met die overheidsorganisaties om het veilig te laten gebeuren.”

Jonas zegt dat de Europese Commissie heeft verklaard dat het doel van het onderzoek is om de maatschappelijke gevolgen van UAM aan het licht te brengen. Wat voor gevolgen zou het hebben als het gaat om visuele vervuiling of geluidsoverlast? En hoe ga je om met problemen rond cyberveiligheid? Al deze maatschappelijke uitdagingen zijn er, en Flying Forward helpt overheden nieuwe wetgeving op te stellen om die met zekerheid aan te pakken.

Maatschappelijke acceptatie van drones

Het is gemakkelijk voor te stellen dat de meeste mensen zich ongemakkelijk zouden voelen bij de voortdurende aanblik van drones door hun ramen. Daarom is assertieve communicatie met de gemeenschap van cruciaal belang. Paul legt uit dat ze een enorme verantwoordelijkheid hebben tegenover de bewoners van de Campus, hun veiligheid en welzijn. De manier waarop zij deze tests zullen ervaren, moet dus positief zijn. “Dit project gaat echt over experimenteren en testen. We zullen niet per se 100 drones de hele tijd over de campus laten vliegen als mensen aan het werk zijn. We gaan die tests waarschijnlijk in het weekend uitvoeren, wanneer er geen mensen in de buurt zijn. Op dit moment is het zelfs niet eens toegestaan om over mensen heen te vliegen,” verduidelijkt hij.

Jonas zegt dat “als je wilt gaan vliegen, je een heleboel goedkeuringen moet krijgen. Dus Paul is bezig om de juiste mensen te krijgen, op nationaal niveau, om ons daarbij te helpen. We zijn alle vereisten aan het verzamelen zodat we kunnen beginnen.” Hij zegt dat een van de belangrijkste problemen die ze tegenkomen de aansprakelijkheid is: het is een enorm probleem als een drone uit de lucht valt en iets of iemand raakt. Het is dus van cruciaal belang dat de drones veilig zijn. Jonas benadrukt vervolgens dat het belangrijk is om dicht bij de gemeenschap te werken en dat er geluisterd moet worden naar hun gedachten en zorgen.

De zwaardere communicatie zal dichter bij de eerste tests beginnen, en de gemeenschap kan een voortdurende dialoog verwachten van het projectmanagementbureau. Enquêtes onder de bewoners van HTC liggen wellicht ook in het verschiet, aangezien zij feedback kunnen geven over hoe zij de veranderingen om hen heen ervaren. Paul benadrukt dat duidelijk moet worden gemaakt dat de projectresultaten voor goede doeleinden zullen worden gebruikt. Hij denkt ook dat “stadsbesturen een enorme uitdaging te wachten staat voor het gebruik van drones in stedelijke gebieden”.

Een uniek perspectief van een gezamenlijke inspanning

Een van de unieke aspecten van Flying Forward is dat het het eerste project is waarbij autonome drones in “echte” omgevingen zullen worden getest. Volgens Paul wordt er wel geëxperimenteerd met autonome drones in afgelegen gebieden, zoals bossen, maar niet in dichtbevolkte gebieden. “Normaal gesproken zijn er dagelijks zo’n 12.000 mensen aan het werk op de High Tech Campus. Dat is dus nog niet eerder gedaan”, beschrijft hij.

De High Tech Campus is niet alleen de plaats waar het project wordt uitgevoerd, maar heeft ook een functie als Living Lab“. Vandaar dat het hun verantwoordelijkheid is om use cases van papier te halen door samen met hun leveranciers te werken aan de realisatie ervan. “Wij, als High Tech Campus, hebben een verbindende rol in het werven van al deze leveranciers voor use cases; uiteindelijk zijn zij de bedrijven die de drones gaan gebruiken voor hun diensten. Dus wij moeten de verbindende schakel zijn om al deze cases mogelijk te maken en daar de juiste infrastructuur voor te creëren”, zegt Paul.

Jonas prijst de rol van de 5G Hub en zegt dat hij sterk gelooft in de manier waarop het initiatief werkt aan een ruimte waar partijen samenkomen om echt samen te werken. Hij legt uit dat de 5G Hub op dit moment zorgt voor de 5G-connectiviteit, wat een van de belangrijkste aanjagers is voor en een van de redenen waarom Urban Air Mobility aan het versnellen is. “HTC is de enige campus die op dit moment de 3,5 GHz beschikbaar heeft, een cruciaal element voor de lage latency en ononderbroken connectiviteit die nodig is voor UAM,” zegt hij. Voor hem was een van de factoren die hun de overwinning op de oproep van de Europese Commissie opleverde, het feit dat ze toegang hebben tot 5G via de 5G Hub.

Paul van Son benadrukt dat Flying Forward een project is dat niet alleen wil bijdragen aan “onze eigen innovatie en bedrijfsvoering”, maar dat het een broedplaats wil zijn voor baanbrekende innovaties en nieuwe bedrijven en het verhogen van de servicegraad, zoals bijvoorbeeld het laten bezorgen van je lunch door een drone. Hij legt uit dat het project zal beschikken over een formidabele infrastructuur voor het testen met autonome drones. Het is dus ook interessant voor het team om te zien of ze deze infrastructuur over een bepaalde periode kunnen benutten om nieuwe use-cases voor bedrijven in de sector mogelijk te maken.

Voor meer informatie over het project kunt u terecht op hun website https://www.ff2020.eu/.